FAQ Poortautomatisering
Staat je vraag niet in de lijst? Aarzel dan niet om contact op te nemen met ons op telefoonnummer +31 (0)73 - 646 11 00 of mail ons en we helpen je graag verder!
Kan ik bij jullie poortautomatisering kopen?
Ja, via onze webshop is het mogelijk om poortautomatisering te kopen. Mocht je toch nog advies wensen dan kun je altijd contact opnemen met ons via sales@maurikssolutions.com of 073-6461100.
Welke soorten poorten kan ik automatiseren met Nice Hopp-motoren?
Met Nice Hopp-motoren kunt u draaipoorten automatiseren met vleugels tot 2,4 m, inclusief met grote palen en lichte structuren (de afstand tussen de voorkant van de paal waarin de motor is bevestigd en de as van het poortscharnier moet maximaal 25 cm zijn).
Welke soorten poorten kan ik automatiseren met de Toona 24 V motoren?
- Met de TO4024 motor kun je draaipoorten automatiseren met vleugels tot 3 meter lang.
- Met de TO5024 en TO5024I motoren kun je draaipoorten automatiseren met vleugels tot 5 meter lang.
- Met de TO5024HS motor kun je draaipoorten automatiseren met vleugels tot 5 meter lang of met een gewicht tot 400 kg.
- Met de TO6024HS motor kun je draaipoorten automatiseren met vleugels tot 6 meter lang of met een gewicht tot 1450 kg.
- Met de TO7024 motor kun je draaipoorten automatiseren met vleugels tot 7 meter lang.
Welk type poort kan ik automatiseren met de WingoKit 4024?
Met de WingoKit 4024 automatiseert u draaipoorten met vleugels tot 2 m lang.
Veelgestelde vragen over Schuifpoortaandrijving
Bekijk hier de meest gestelde vragen over Schuifpoortaandrijving
Kan ik een schuifpoortmotor met mechanische eindschakelaar ombouwen naar een motor met inductieve eindschakelaar?
Ja, dit is mogelijk. De mechanische eindschakelaar is te vervangen door een inductieve eindschakelaar waardoor de poortbeweging gestopt wordt wanneer de inductieve eindschakelaar (één op de motor en één op de poortvleugel) en eindaanslag op de poortvleugel bij elkaar in de buurt komen. Voor een Nice schuifpoortmotor is de inductieve eindschakelaar RBA1 verkrijgbaar.
Welke stappen dien ik te ondernemen bij een storing met een Nice schuifpoortmotor (RUN of ROBUS)?
Als eerste is het belangrijk om te kijken hoe het BlueBus-lampje knippert op de besturing. Knippert deze regelmatig (ongeveer elke seconde aan en uit) dan dien je een puls te geven aan de besturing (bijvoorbeeld met een handzender). Als de motor niet in beweging komt, dan is het belangrijk om te constateren hoe vaak het BlueBus-lampje knippert. Kijk vervolgens in de handleiding van de schuifpoortmotor om te kijken met welke foutcode het aantal knipperingen overeen komt om zo de fout te herleiden en op te lossen. Lukt het alsnog niet om het probleem op te lossen, dan helpen we je graag verder via sales@maurikssolutions.com of +31 73 - 646 11 00.
Veelgestelde vragen over handzenders
Bekijk hier de meest gestelde vragen over handzenders
Kan ik mijn handzender van Nice koppelen aan een externe ontvanger van een ander merk?
Nee, dit gaat niet. Dit heeft te maken met het protocol wat Nice toepast. Bij handzenders van Nice kun je enkel alleen de ontvangers van Nice gebruiken. De handzenders en ontvangers van Nice zijn op onze webshop te vinden via deze link.
Hoe lang gaan de batterijen mee en bij welk gebruiksniveau?
Het product is ontworpen en getest op een batterij-levensduur van 3 jaar met 10 transmissies per dag.
Kan ik de nieuwe Nice Mygo handzenders koppelen aan de Flox ontvanger van NICE
Ja, de nieuwe Mygo handzenders zijn te koppelen aan de Flox ontvangers. raadpleeg de handleiding voor een correcte programmering. Mocht je er niet uitkomen kun je altijd contact opnemen met onze Service afdeling.
Hoe kies ik de juiste aandrijving / motor voor mijn poort?
Het kiezen van de juiste aandrijving voor een poort is zeer belangrijk voor de werking en levensduur van het systeem. De meest belangrijke punten zijn:
- Betreft de poort een draaipoort, een railschuifpoort of een vrijdragende schuifpoort?
- Wat is de lengte en hoogte van de poortvleugel?
- Wat is het gewicht van de poortvleugel?
- Is het ontwerp van de poortvleugel open, deels gesloten of gesloten?
Vaak wordt dit gekenmerkt door 25%, 50% of 75% waarbij een ontwerp met enkel spijlen 25% dichtheid heeft en een volledig dicht ontwerp 100% dichtheid heeft. - Staat de poort in een gebied met veel of weinig wind?
- Wat is het aantal cycli (één opening + één sluiting = één cyclus) per dag?
Kan ik een externe ontvanger van Nice of Intratone aansluiten op een besturing van een ander merk?
Nice: Ja, dit kan met de OX2, FLOX2R en de Long Range-kit. Vervolgens kun je de handzenders van Nice koppelen.
Intratone: Ja, dit kan met de Intratone HF mini. De HF mini wordt inclusief twee handzenders geleverd.
Waar kan ik de aansluitschema's vinden voor de poortautomatisering?
In de meeste bijgeleverde handleidingen staat per product beschreven hoe deze aangesloten dient te worden. Wij begrijpen dat het aansluiten van een combinatie van producten complex of verwarrend kan zijn. Mocht je een aansluitschema wensen voor een complete oplossing dan maken wij deze graag voor jou op maat. Neem hiervoor contact op met onze collega's via sales@maurikssolutions.com of +31 073 - 646 11 00.
Wat wordt bedoeld met de 'AB-maat' en waarom is dit belangrijk?
De AB-maat is een belangrijke maat bij het monteren / installeren van lineaire- en knikarm-motoren. Het niet correct monteren / installeren van de motor ten opzichte van de poortkolom en poortvleugel kan leiden tot snelle slijtage of een niet-werkende motor. De correcte AB-maat verschilt per type motor. Raadplaag voorafgaand aan de installatie altijd de handleiding van het specifieke product. De handleidingen van alle Nice-producten zijn hier te vinden.
Bij welk type motor zet ik welke dipswitch omhoog op de besturing (MC824H)?
Voor elke type Nice motor moet je een andere dipswitch omhoog zetten op de besturing. Doe je dit niet, dan zal de motor niet functioneren. Zie de afbeelding hieronder om te bekijken welke dipswitch omhoog gezet dient te worden.
Dipswitch op besturing MC824HHoe stel ik Bluebus-fotocellen in?
Dit doe je door middel van het wijzigen van de bruggen (jumpers) op de Bluebus-fotocel(len). Zie hieronder welke situatie van toepassing is. Voer na instellen altijd 'Bluebus zoeken' uit.
Bluebus-fotocel brug / jumper selectieWaar kan ik de handleiding vinden van mijn motor of besturing?
Een handleiding van de besturing of motor kun je vinden op de website van Nice, www.niceforyou.com. Ga vervolgens naar 'support' rechtsboven op de pagina en zoek op het specifieke artikelnummer.
Ik heb een foutcode op mijn besturing, hoe kan ik deze oplossen?
Bij een storing wordt een foutcode weergegeven door middel van knippersignalen van de LED-verlichting waardoor je kunt vaststellen wat het probleem is. Kijk op de besturingskast naar de specifieke code / knipperingen en bekijk vervolgens de handleiding voor het probleem en de oplossing. Let op: niet alle knipperingen betekenen direct een storing. Kom je er niet uit? Wij helpen je graag verder via sales@maurikssolutions.com of 073 - 646 11 00.
Kan ik de poortautomatisering van Nice bedienen met Homelink?
Ja, dit kan met de Nice FLO1, FLO2 en FLO4 handzenders (inclusief dipswitch) in combinatie met de Nice FLOX2 (inclusief dipswitch). Afhankelijk van het type voertuig dienen een aantal stappen doorlopen te worden. Verdere instructies staan beschreven op de website van Homelink.
Hoe kan ik controleren of het verwarmingselement van mijn elektronische pengrendel nog werkt?
Voorafgaand aan de vorstperiode is het belangrijk om te controleren of het verwarmingselement in de elektronische pengrendel nog werkt. Hiermee voorkom je een poort welke niet meer geopend of gesloten kan worden tijdens de koude wintermaanden. Door het aanbrengen van vriesspray (een klein beetje is al voldoende) kun je zien of het verwarmingselement geactiveerd wordt. Bij de Opera pengrendel wordt geadviseerd de vriesspray net boven de cilinder, vlakbij het LED-lampje, aan te brengen.
Moet ik mijn besturing opnieuw programmeren als ik poortautomatisering vervang?
Wij raden aan om de besturing opnieuw te programmeren als je één of meerdere motoren (poortautomatisering) vervangt. Bij nieuwe motoren kan namelijk ook de open- en sluittijd veranderen en kun je te maken hebben met andere snelheden en krachten.
Mijn poort stopt met werken nadat het heeft gesneeuwd of gevroren, wat kan ik doen?
Na periodes van sneeuwval of vorst kan het zijn dat een geautomatiseerde poort niet meer werkt. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Een veel voorkomende oorzaak is dat één of meerdere fotocellen bedekt zijn met een laagje sneeuw of ijzel. Dit probleem is simpel te verhelpen door de fotocellen vrij te maken van sneeuw of ijzel. Werkt de poort nog steeds niet? Wellicht veroorzaakt ijsvorming rondom bewegende delen van de poort het niet-functioneren. Ontgrendel eerst de poort en kijk of het ijs op een veilige manier te verwijderen is. Zo niet, dan adviseren wij altijd om een professional in te schakelen voor het correct oplossen van het probleem.
Is er meer informatie over de specifieke bescherming van de frequency interference?
Het nieuwe bidirectionele protocol gebruikt de GFSK (gaussian frequency shift key) modulatie (minder ruisgevoelig) en een aantal functies om botsingen met andere transmissies te voorkomen.
Wat is er gewijzigd dat de handzenders moeilijker te clonen zijn door derden om namaak te voorkomen?m
Het nieuwe protocol gebruikt een moeilijker cryptografisch algoritme, moeilijker te klonen (niet onmogelijk).
Wanneer trilt de BD-handzender? En hoe vaak? Is dit anders bij openen en sluiten?
Het trillen is een terugkoppeling van een ontvangen commando (reactie van ontvanger ACKacknowledge) en voor sommige procedures succesvol verlopen (bijv. binden, fout).
Het trillen is niet anders bij openen en sluiten, maar alleen als de procedure OK of KO is gegaan.
Hoe kan ik de poort openen bij een stroomstoring?
Als de PS124-back-upbatterij is geïnstalleerd, blijft de motor nog enkele bewegingen werken, zelfs bij stroomuitval. Als er geen back-upbatterij is geïnstalleerd, ontkoppel dan de motor en beweeg de poort handmatig zoals getoond in het eerste deel van de video.
Welke functies kan ik activeren of deactiveren tijdens niveau één programmering van de besturingseenheid?
Alle niveau één programmeringsfuncties van de besturingseenheid zijn standaard ingesteld op “UIT” en kunnen op elk moment worden gewijzigd. Elke functie wordt weergegeven door een LED:
- LED L1 automatische sluiting: de poort sluit automatisch na de geprogrammeerde pauzetijd. De pauzetijd is aanvankelijk ingesteld op 30 seconden, maar kan worden gewijzigd naar 5, 15, 30, 45, 60, 80, 120 of 180 seconden.
- LED L2 sluit na foto: wanneer de functie actief is en de fotocellen worden geactiveerd tijdens open- of sluitbewegingen, wordt de pauzetijd verkort tot 5 seconden, ongeacht de geprogrammeerde waarde. Wanneer de functie “automatische sluiting” is gedeactiveerd, wordt “automatische sluiting” geactiveerd met de geprogrammeerde pauzetijd als de fotocellen worden geactiveerd tijdens de sluitbeweging.
- LED L3 altijd sluiten: wanneer de functie actief is, start de besturingseenheid automatisch een sluitbeweging, voorafgegaan door 5 seconden voorflitsen, wanneer de stroom na een stroomstoring wordt hersteld en de poort open is. Als de functie is gedeactiveerd, blijft de poort waar hij is wanneer de stroom wordt hersteld.
- LED L4 alles in standby: wanneer de functie actief is, schakelt de besturingseenheid 1 minuut na het einde van de beweging de BlueBUS-uitgang, Bus T4, alle aangesloten apparaten, de Flash- en ELS-uitgangen, een aantal interne circuits en alle LED’s uit, behalve de BlueBUS-LED, die langzamer knippert (één keer per 10 seconden). Wanneer de besturingseenheid een commando ontvangt, hervat deze de normale werking. Deze functie vermindert het verbruik en wordt aanbevolen wanneer de besturingseenheid wordt gevoed door batterijen of fotovoltaïsche panelen.
- LED L5 elektrische vergrendeling / beleefdheidslicht: wanneer de functie actief is, wordt de “elektrische vergrendeling”-uitgang de “beleefdheidslicht”-uitgang. Wanneer de functie is gedeactiveerd, werkt de uitgang als de “elektrische vergrendeling”-uitgang.
- LED L6 voorflits: wanneer de functie actief is, wordt een pauze van 3 seconden ingesteld tussen het moment dat het knipperlicht begint te knipperen en het begin van de beweging, om een mogelijk gevaarlijke situatie vooraf te signaleren. Als de functie is gedeactiveerd, begint het knipperlicht te knipperen bij het begin van de beweging.
- LED L7: “Stap Stap” wordt “Open” en “Open” wordt “Sluiten”: als de functie actief is, hebben de twee “Stap Stap” en “Open” ingangen van de besturingseenheid de functies “Open” en “Sluiten”. Als de functie is gedeactiveerd, hebben de twee “Stap Stap” en “Open” ingangen van de besturingseenheid de functies “Stap Stap” en “Deels Open 1”.
- LED L8 Flash/Poort open indicator (GOI): wanneer de functie actief is, wordt de “Flash”-uitgang van de besturingseenheid de “Poort open indicator”-uitgang. Wanneer de functie is gedeactiveerd, werkt de uitgang als de “knipperlicht”-uitgang.
Hoe kan ik toegang krijgen tot niveau één programmering van de besturingseenheid?
Om toegang te krijgen tot niveau één programmering van de besturingseenheid, gaat u als volgt te werk, in de juiste volgorde:
- Druk en houd de STOP-toets ingedrukt totdat LED L1 begint te knipperen, laat dan los;
- Druk op de OPEN- of SLUIT-toets om naar de LED te gaan die de functie vertegenwoordigt die u wilt wijzigen;
- Druk op de STOP-toets om de status van de functie te wijzigen:
- - een korte flits geeft aan dat de functie is gedeactiveerd (UIT);
- - een lange flits geeft aan dat de functie is geactiveerd (AAN).
- Om andere functies te activeren of deactiveren, herhaalt u stappen 2 en 3, anders wacht u 10 seconden om de programmeermodus te verlaten.
Hoe moet ik het gedrag van het knipperlicht interpreteren?
Als een knipperlicht is aangesloten op de FLASH-uitgang van de besturingseenheid, zendt het tijdens een beweging elke seconde één flits uit. Als er een storing is, knippert het knipperlicht kortere flitsen: deze worden twee keer herhaald, onderbroken door een pauze van één seconde.
Hoe moet ik het gedrag van de STOP-terminal LED op de besturingseenheid interpreteren?
- Als de LED aan is, is de STOP-ingang normaal actief.
- Als de LED uit is, controleer dan de apparaten die zijn aangesloten op de STOP-ingang om te identificeren welke hiervan actief is.
Hoe moet ik het gedrag van de OPEN-terminal LED op de besturingseenheid interpreteren?
- Als de LED uit is, is de OPEN-ingang niet actief.
- Als de LED aan is, is het apparaat dat is aangesloten op de OPEN-ingang actief
Hoe moet ik het gedrag van LED’s L1 en L2 op de besturingseenheid interpreteren?
Als LED’s L1 en L2 langzaam tegelijkertijd knipperen, betekent dit dat het aantal apparaten dat is aangesloten op de BlueBUS-terminal is gewijzigd, of dat zelflering van het apparaat niet is uitgevoerd. In beide gevallen moet zelflering van het apparaat worden uitgevoerd.
Hoe moet ik het gedrag van LED’s L3 en L4 op de besturingseenheid interpreteren?
Als LED’s L3 en L4 langzaam tegelijkertijd knipperen, betekent dit dat zelflering van de eindschakelaarposities niet is uitgevoerd. Pas de eindschakelaarpositie aan.
Hoe moet ik het gedrag van LED L5 op de besturingseenheid interpreteren?
Als LED L5 langzaam knippert, betekent dit dat de ELS-uitgang van de besturingseenheid een andere functie heeft gekregen dan “elektrische vergrendeling” en “beleefdheidslicht”.
Hoe moet ik het gedrag van LED L7 op de besturingseenheid interpreteren?
Als LED L7 langzaam knippert, betekent dit dat de PP- en OPEN-ingangen een combinatie van functies hebben gekregen die anders zijn dan “Stap Stap” en “Deels Open 1” of “Open” en “Sluiten”.
Hoe moet ik het gedrag van LED L8 op de besturingseenheid interpreteren?
Als LED L8 langzaam knippert, betekent dit dat de FLASH-uitgang van de besturingseenheid een andere functie heeft gekregen dan “knipperlicht” en “Poort open indicator”.
Hoe moet ik het gedrag van de PP-terminal LED op de besturingseenheid interpreteren?
Als de LED uit is, is de PP-ingang niet actief. Als de LED aan is, is het apparaat dat is aangesloten op de PP-ingang actie.
Welke functies en parameters kan ik beheren in de programmering van niveau twee van de besturingseenheid?
De parameters die in de programmering van niveau twee kunnen worden beheerd, zijn aangegeven in de volgende tabel.
| LED | Parameter | LED (niveau) | Waarde |
| L1 | Pauzetijd: past de tijd aan die verstrijkt voordat deze automatisch sluit. | L1 | 5 seconden |
| Alleen effectief als Sluiten actief is. | L2 | 15 seconden | |
| L3 | 30 seconden (standaardwaarde) | ||
| L4 | 45 seconden | ||
| L5 | 60 seconden | ||
| L6 | 80 seconden | ||
| L7 | 120 seconden | ||
| L8 | 180 seconden | ||
| L2 | Step Step-functie: past de volgorde van commando's aan die zijn gekoppeld aan de invoer "Step Step", "Open", "Close" of radio-opdracht. | L1 | Open - Stop - Sluiten - Stop |
| L2 | Open - Stop - Sluiten - Open (standaard) | ||
| L3 | Open - Sluiten - Open - Sluiten | ||
| L4 | Appartementsblok: | ||
| - tijdens de openingsmanoeuvre hebben de commando's "Step Step" en "Open" geen effect, terwijl de commando's "Close" de beweging omkeren en de vleugels sluiten. | |||
| - bij de sluitmanoeuvre keren de commando's "Step Step" en "Open" de beweging om en openen de vleugels, terwijl het commando "Close" geen effect heeft. | |||
| L5 | Appartementenblok 2. | ||
| Dezelfde logica als aangegeven voor de appartementsblokmodus (LED L4), maar met een extra functie: als het verzonden commando langer dan 2 seconden duurt, wordt er een "Stop" uitgevoerd. | |||
| L6 | Stap Stap 2: - als u de zendertoets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt, | ||
| wordt de poort gedeeltelijk geopend; | |||
| - Als u de zendertoets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, wordt de poort volledig geopend. | |||
| L7 | Hold-to-run-modus: de manoeuvre wordt alleen uitgevoerd terwijl het commando wordt verzonden: als het commando wordt onderbroken, stopt de manoeuvre. | ||
| L8 | Openen in "semi-automatische" modus, sluiten in "hold-to-run" modus. | ||
| L3 | Motortoerental: past de snelheid van de motoren aan tijdens normale beweging. | L1 | Erg traag |
| L2 | Langzaam | ||
| L3 | Gemiddeld | ||
| L4 | Bijna | ||
| L5 | Zeer snel | ||
| L6 | Extreem snel (standaard) | ||
| L7 | Snel openend, langzaam sluitend | ||
| L8 | Zeer snelle opening, gemiddelde sluiting | ||
| L4 | Ontladen van motoren na het sluiten: past de duur van de korte omkering van beide motoren na de sluitmanoeuvre aan. | L1 | Geen ontlading (standaard) |
| L2 | Niveau 1 – Minimale ontlading (ongeveer 100 ms) | ||
| L3 | Niveau 2 | ||
| L4 | Niveau 3 | ||
| L5 | Niveau 4 | ||
| L6 | Niveau 5 | ||
| L7 | Niveau 6 | ||
| L8 | Niveau 7 – Maximale ontlading (ongeveer 1 s) | ||
| L5 | Motorkracht: past de kracht van beide motoren aan. | L1 | Niveau 1 - Minimale kracht |
| L2 | Niveau 2 | ||
| L3 | Niveau 3 | ||
| L4 | Niveau 4 (standaard) | ||
| L5 | Niveau 5 | ||
| L6 | Niveau 6 | ||
| L7 | Niveau 7 | ||
| L8 | Niveau 8 - Maximale kracht | ||
| L6 | Voetganger of gedeeltelijke opening: past het type opening aan dat is gekoppeld aan het commando "gedeeltelijke opening 1". | L1 | Voetganger 1 (opening van blad M2 tot 1/4 van de totale opening) |
| L2 | Voetganger 2 (opening van blad M2 tot 1/2 van de totale opening) | ||
| L3 | Voetganger 3 (opening van blad M2 tot 3/4 van de totale opening) | ||
| L4 | Voetganger 4 (totale opening van vleugel 2 - standaard) | ||
| L5 | Deel 1 (opening van de twee vleugels tot 1/4 van de minimale opening) | ||
| L6 | Gedeeltelijk 2 (opening van de twee vleugels tot 1/2 van de minimale opening) | ||
| L7 | Gedeeltelijk 3 (opening van de twee vleugels tot 3/4 van de minimale opening) | ||
| L8 | Gedeeltelijk 4 (opening van de twee vleugels tot de minimale opening) | ||
| L7 | Onderhoudswaarschuwing: past het aantal manoeuvres aan, waarna de besturingseenheid aangeeft dat er onderhoud aan de automatisering nodig is. | L1 | 500 |
| L2 | 1000 | ||
| L3 | 1500 (standaard) | ||
| L4 | 2500 | ||
| L5 | 5000 | ||
| L6 | 10000 | ||
| L7 | 15000 | ||
| L8 | 20000 | ||
| L8 | Lijst van storingen: hiermee kan het type storing worden geverifieerd dat zich tijdens de laatste 8 manoeuvres heeft voorgedaan. | L1 | Uitkomstmanoeuvre 1 (de meest recente) (standaard) |
| L2 | Uitkomst manoeuvre 2 | ||
| L3 | Uitkomst manoeuvre 3 | ||
| L4 | Uitkomst manoeuvre 4 | ||
| L5 | Uitkomst manoeuvre 5 |